Wat is een URL? – Een complete uitleg over (veilige) webadressen

We denken er eigenlijk niet meer over na. Ze zijn onderdeel geworden van het dagelijks leven. De meeste mensen weten niet eens hoe ze heten. Toch zijn ze de basis van hoe we het internet elke dag gebruiken: URL’s. Maar wat is een URL precies, wat is de oorsprong en wat zijn veilige URL's? In dit artikel leggen we het je uit.
Inhoudsopgave

Wat is een URL?

Een URL staat in de volksmond bekend als een ‘webadres’. Het is wat je in de browser intikt om een site te bezoeken, zoals www.vpndiensten.nl of www.google.com. Eigenlijk zijn URL’s voor de werking van het internet op zich niet nodig. De basis van communicatie via het wereldwijde netwerk is namelijk het IP-adres.

Elk apparaat dat op internet is aangesloten krijgt een uniek numeriek adres, bijvoorbeeld 142.250.189.174 voor Google.com. Het maakt voor de webbrowser niet uit of je in de adresbalk www.google.com of 142.250.189.174 intikt. Beiden leiden naar dezelfde pagina.

De reden dat we URL’s gebruiken is omdat ze voor mensen te onthouden zijn. Eigenlijk kun je een URL heel goed vergelijken met een straatadres. Je kan in principe elke plek op aarde aanduiden door coördinaten te gebruiken zoals 52.363600, 4.882551. Maar het is veel makkelijker om ‘Leidseplein 25’ te onthouden, het adres waar deze coördinaten naar verwijzen.

data tunnel

Een URL is dus een manier om het internet gebruikersvriendelijker te maken, via een universeel afgesproken systeem. De afkorting URL staat voor Uniform Resource Locator, wat zoveel betekent als ‘standaard manier om een bron te vinden’. Een bron is in dit geval een server op het internet.

URL’s worden niet alleen gebruikt voor webpagina’s maar voor allerlei type servers: FTP-servers om online bestanden uit te wisselen, mailservers, noem maar op.

Geschiedenis van URL’s

Internet ontstond uit ‘Arpanet’, een project van het Amerikaanse Ministerie van Defensie. Opgericht in 1969(!), was dit het eerste ‘packet switching network’ ter wereld, wat inhield dat computers met elkaar konden communiceren zonder een centrale server. Data werd verstuurd in de vorm van kleine ‘pakketjes’, elk met een eigen afzenders- en bestemmingsadres.

Die adressen bestonden in eerste instantie uit een reeks nummers, wat het lastig maakte voor mensen om ze te onthouden. Daarom werden de domeinnamen bedacht, die in eerste instantie nogal onhandig werden bijgehouden. Een centrale server hield alle domeinnamen bij en zette die in een tekstbestand, die de domeinnamen en bijbehorende IP-adressen bevatte.

Elke computer die op het prille internet was aangesloten, moest dat tekstbestand downloaden. Vergelijk het met het hebben van een lokaal telefoonboek om iemand anders te kunnen bellen. Het grote probleem was dat als er iets in de namen of adressen veranderde, iedereen een nieuw tekstbestand met alle adressen moest downloaden. En aangezien het internet exponentieel groeide, was dat geen houdbare situatie.

Daarom werd de ‘Domain Name Server’ bedacht. In plaats van dat iedereen het ‘telefoonboek van het internet’ zelf moest opslaan, verliep nu elke aanvraag voor een adres via een Domain Name Sever (DNS). Deze DNS zet de tekstnaam om in het IP-adres dat erbij hoort. Dus als je ‘www.google.com’ intikt, maakt jouw browser contact met een DNS die dit omzet in 142.250.189.174. Daardoor hoeven alleen de DNS-servers de lijst met domeinnamen te beheren.

Domeinnamen voldeden zo lang alleen de overheid en universiteiten gebruikmaakten van internet voor het versturen van mail en het verzenden of ontvangen van bestanden. Maar in 1989 bedacht Tim Berners-Lee het ‘world wide web’, een manier om makkelijk pagina’s tekst online te delen en via links met elkaar te verbinden. Hiervoor was een aanvulling op het domeinnaamsysteem nodig, en daarom werd in 1994 de URL bedacht zoals we die nu kennen.

Hoe is een URL opgebouwd?

Een URL bestaat uit vijf onderdelen:

  1. het protocol
  2. het subdomein
  3. het secondleveldomein
  4. het topdomein
  5. de directory

Waar dienen ze allen voor?

Protocol

Het protocol geeft aan wat voor soort server je bezoekt. Dit is voor het intikken van een webadres niet echt nodig. Moderne browsers zijn in staat om zelf te herkennen dat een adres bijvoorbeeld een webpagina is.

Maar als je een URL in een link gebruikt, is het soms handig om het protocol wel toe te voegen. Zo zie je bijvoorbeeld wel eens in de URL als protocol ‘mailto://‘ staan. Dit geeft aan dat wat erop volgt een e-mail adres is. Als je op een link klikt die begint met mailto://, dan opent de browser meestal automatisch je e-mail programma.

Een ander relatief veel voorkomend protocol is ‘ftp://’ voor FTP-servers. Klikken op of het intikken van een URL met ftp:// ervoor, laat je webbrowser weten dat het contact moet maken met de FTP-server. Als je je browser zo hebt ingesteld, wordt automatisch je FTP-programma opgestart. Zo niet, dan kunnen de meeste browsers zelf als een soort FTP-client werken.

Subdomein

Het subdomein kun je vergelijken met afdelingen in een bedrijf. Het kantoorpand staat bijvoorbeeld op Industrieweg 12, en in het pand heb je de afdelingen marketing, klantenservice en productie. Allemaal zitten ze op hetzelfde adres, maar het zijn aparte afdelingen met een eigen functie.

Een URL kan zo’n verschil in functie via het subdomein duidelijk maken. In ons voorbeeld verwijst dit subdomein naar het ‘blog’. Soms worden subdomeinen gebruikt om inhoud voor specifieke landen aan te bieden: nl.bedrijf.com verwijst naar de Nederlandse inhoud, terwijl fr.bedrijf.com juist Franstalige informatie biedt.

Cloud computing

 

Maar ook kan je als huishouden bijvoorbeeld één domeinnaam hebben (familiejanssen.nl) en elk lid van het huishouden zijn of haar eigen subdomein met eigen website en zelfs eigen email-adressen. Alle subdomeinen hangen onder hetzelfde IP-adres, maar verwijzen door naar een specifiek onderdeel van de server.

Secondleveldomein

Hier zijn we aangekomen bij wat de meeste mensen verstaan onder het ‘webadres’. Het is de ‘bol’ in bol.com, de ‘nu’ in ‘nu.nl’ en de ‘vpndiensten’ in ‘vpndiensten.nl’. Het is het onderdeel van de URL die in combinatie met het topdomein uniek is en verwijst naar een specifiek IP adres.

Een andere naam voor secondleveldomein in combinatie met het topleveldomein is ook wel de ‘hostnaam’. Host betekent ‘gastheer’. Dus het is het adres van de server die jouw aanvragen ontvangt.

Topdomein

Het topdomein was ooit bedoeld om aan te geven wat voor soort bron je met de URL benadert. Zo was ‘.com’ bedoeld voor commerciële bedrijven, ‘.gov’ voor de overheid en ‘.org’ voor non-profit organisaties. Daarnaast ontstonden al snel de ‘land-domeinen’ zoals ‘.nl’ en ‘.be’.

Het topdomein geeft inmiddels meestal aan in welk land de site zich bevindt en/of op welke regio het zich richt. Een .com is doorgaans gangbaar voor internationale bedrijven en bedrijven die zich op de VS richten. Een ‘.nl’ richt zich op Nederland.

Aangezien iedereen in principe bijna overal een domeinnaam bij een topdomein kan aanvragen, zegt het topdomein niets over waar de sitehouder gevestigd is.

Directory

Tenslotte hebben we de ‘directory’, oftewel de map op de server waar de URL bepaalde inhoud moet vinden. In de begintijd van het internet was dit vaak de map van iemand die geabonneerd was op een bepaalde provider, en verwees naar de persoonlijke homepage.

Iemand die Jan Janssen heette en bij Internetprovidernaam.nl zat, had dan bijvoorbeeld als adres van zijn homepage internetprovidernaam.nl/home/jjanssen. Alle homepages van ‘internetprovidernaam.nl’ zaten in de directory ‘home’, en daarin vond je dan weer de subdirectory ‘jjanssen’.

Inmiddels hebben de meeste mensen die een persoonlijke site runnen hun eigen secondleveldomein, en verwijst de directory soms naar de installatie van hun site, bijvoorbeeld waar hun wordpress-blog zich bevindt. Dan zie je dus ‘www.mijndomeinnaam.nl/wordpress’ of zoiets.

Is een hyperlink hetzelfde als een URL?

Hoewel de termen vaak door elkaar heen gebruikt worden, is een URL niet hetzelfde als een hyperlink. Een URL staat voor een adres voor iets op internet. Een hyperlink is een verwijzing op een webpagina naar een ander adres. Hyperlinks hoeven niet specifiek naar een andere server te verwijzen. Een hyperlink kan ook naar een webpagina op dezelfde server verwijzen, of zelfs naar een andere positie op dezelfde webpagina.

Als je een pagina ziet met bovenaan een klikbare inhoudsopgave van wat je op diezelfde pagina kan vinden, zijn dat ook hyperlinks. Om het makkelijk te maken: een hyperlink is iets waar je op kan klikken om naar een URL te gaan. Dus hoewel een hyperlink geen URL is, bevat een hyperlink wel altijd een URL.

Vergelijk het met een briefje aan de deur hangen met de tekst: “Pakjes svp afgeven bij de buren op Voorstraat 12”. Het briefje verwijst (“linkt”) naar een adres. Het daadwerkelijke adres (de “URL”) is Voorstraat 12.

Voorbeelden van URL’s

We hebben in dit artikel al een aantal voorbeelden laten zien van URL’s, zoals https://www.bol.com en mailto://[email protected]. Maar lang niet al die adressen zijn even makkelijk te onthouden.

Er is zelfs een Guinness wereldrecordhouder voor de langste domeinnaam in een URL: llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch.co.uk. Dit is het adres van de plaatselijke VVV van een dorpje in Wales.

URL shorteners

Door de aard van het moderne internet worden ook veel URL’s gegenereerd door de server. Bijvoorbeeld als je op een blog kijkt, kan de URL van een specifiek artikel behoorlijk lang zijn, bijvoorbeeld ‘www.mijnvoorbeeldurl.nl/wordpress/2022/maart/Hoe-ik-mijn-oude-volkswagen-golf-van-een-nieuw-modern-interieur-voorzag’.

Dit soort lange URL’s zijn op zich prima als je ze aan kan klikken. Maar als je een URL op een andere manier met iemand wil delen, bijvoorbeeld in een op papier gedrukt artikel, is dat erg onhandig. Het is vervelend om zo’n lang adres in te tikken, en het is makkelijk om er spelfouten in te maken. Zeker als er ook nog eens een 0 (cijfer nul) en een O (letter O) in het adres zitten.

Gelukkig zijn er manieren om zo’n lang adres behapbaar te maken via een zogenaamde ‘URL-shortener’. Dit is een dienst waar je een URL invoert en die er vervolgens een makkelijk kort adres van maakt. Twee bekende voorbeelden zijn:

Beide diensten maken het mogelijk om een lange URL om te zetten in kort adres, dat makkelijker te delen is.

Hoe weet je of een URL veilig is?

Helaas benutten ook criminelen de mogelijkheden van internet. Daarom is het goed om te weten welke URL’s veilig zijn en waarom. Want de daadwerkelijke opbouw van een URL maakt het voor oplichters helaas makkelijk om een URL te maken die lijkt op een bank of een winkel, maar dat niet is.

Subdomein truc

Een truc die vaak wordt gebruikt is een misleidend subdomein gebruiken. Een oplichter kan je bijvoorbeeld een mail sturen met het verzoek in te loggen bij ABN Amro, met als link abnamro.banklinkthing.nl

veilig internetbankieren

Omdat je ‘abnamro’ ziet staan, zou je wellicht kunnen denken ‘dat het dan wel goed zit’ want ‘het is immers het adres van de bank’. Maar als je goed kijkt, zie je in dit voorbeeld dat ‘abnamro’ het subdomein is. De hostnaam is ‘banklinkthing.nl’. De oplichters hebben dus de domeinnaam ‘banklinkthing.nl’ gekocht en plakten daar zelf het subdomein ‘abnamro’ voor.

Wie niet goed oplet, kan daar zomaar intrappen. Let er dus goed op of de hostnaam (het secondleveldomein en het topdomein) kloppen. In het geval van ABN Amro is dat ‘abnamro.nl’

Hyperlink truc

Een andere manier om iemand om de tuin te leiden (vaak in combinatie met de subdomein truc) is door de URL te ‘verstoppen’ onder een hyperlink. Je ziet de tekst ‘ABN AMRO’ als link. Maar de maker van de link kan zelf bepalen wat je ziet, en je toch naar een heel ander adres doorverwijzen.

Slotjes

Een tip die vaak wordt gegeven om te zien of een website echt is, is ‘kijk of er een slotje voor staat’. Dat slotje verwijst naar een zogenaamde ‘SSL verbinding’ en geeft aan dat de site een geldig ‘certificaat’ heeft. Zo’n slotje geeft helaas niet aan of de URL legitiem is. Het enige wat het slotje aantoont, is dat alle communicatie tussen jou en de site versleuteld is via het SSL-protocol.

Dat is op zich wel een veilige manier van communiceren (en maakt het lastiger voor derden om data tussen jou en de site af te tappen) maar het betekent niet automatisch ook dat de site te vertrouwen is. Het kan bijvoorbeeld zomaar zijn dat je iets koopt in een webshop die door het slotje in het webadres veilig lijkt, maar vervolgens word je toch opgelicht omdat de spullen niet geleverd worden.

Iedereen kan een slotje op zijn URL plakken. Dus ook cybercriminelen. Dat kost doorgaans een paar tientjes per jaar. Sommige webhosts bieden het zelfs gratis aan als service.

Conclusie

Een URL is een verwijzing naar een bron op internet, volgens een reeks universele afspraken. Een URL kan naar een webpagina verwijzen of naar een heel andere dienst, zoals een e-mail adres of een database of wat dan ook. Zonder URL’s zou het internet een stuk minder gebruikersvriendelijk zijn.

Helaas valt met een URL ook te sjoemelen, wat het belangrijk maakt om zeker bij ongevraagde mailtjes goed op te letten. Ook hier geldt: bij twijfel, klik weg, hang op.

Een slotje bij een URL betekent dat de verbinding tussen jou en de site versleuteld is, maar niet dat de site betrouwbaar is. En mocht je nog een leuke vakantieplek zoeken, dan schijnt Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch in Wales een leuke plek te zijn. Als je de site tenminste kan vinden.


Veelgestelde vragen over URL’s

URL staat voor Uniform Resource Locator en is bedacht om het internet gebruiksvriendelijker te maken. We hoeven geen lange getallenreeksen van IP-adressen te onthouden, omdat iedere website op internet een eenvoudig te onthouden ‘naam’ heeft, zoals ‘https://vpndiensten.nl/’

Hoe een URL er uit ziet, dat zie je in de adresbalk bovenin je browser staan. Het begint meestal met https:// en eindigt op vaak op .nl of .com. Eigenlijk is een URL opgebouwd uit vijf onderdelen, waaronder het protocol en het domein, die ieder iets zeggen over de webpagina die je bezoekt.

Nee, dit zijn twee verschillende internettermen. Een hyperlink (vaak aangeduid met een blauw streepje onder de woorden, zodat duidelijk is dat je er op kunt klikken) verwijst naar een URL elders op het internet of op dezelfde pagina. Een handige manier om snel relevante informatie terug te vinden zonder dat je telkens zelf de bijbehorende websites hoeft in te tikken.

Categorieën: Uitleg

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *